Vrijwel iedereen kent BZN als Volendamse muziekband, vooral bekend uit de jaren ’80 en ’90. Maar BZN slaat ook op de hier getoonde verzamelbak. Deze verzamelbak heeft namelijk geen nummer en kan doorgaan als Bak Zonder Nummer.
Ooit heb ik mijn verzamelbakken genummerd om toch een beetje volgorde te houden en misschien ook wel om te zien hoe mijn ombouwkunsten door de jaren heen vorderden. Maar op een gegeven moment ben ik daar mee gestopt. De reden daarvoor kan ik niet meer herinneren.
Wat ik mij ook niet meer kon herinneren is, wanneer deze verzamelbak is gevuld. Tja wanneer je er meer dan 50 op zolder hebt staan, wordt dat ook moeilijk. Maar gelukkig staan er enkele seriemodellen in en daarvan is de verschijningsdatum te vinden op de website Scale Model Database https://s-mdb.com/. Via deze website kan ik concluderen dat ik deze verzamelbak in 1996 gevuld heb.
1996 was het jaar dat de Europese Unie de volumevrachtwagen met een korte cabine en topsleeper voor het internationaal vervoer verbood. Daarvoor kozen transporteurs ervoor zoveel mogelijk laadvolume binnen de toegestane 18 meter lengte van een vrachtwagen te transporteren. Hiertoe moest de afstand tussen vrachtwagen en aanhanger zo klein mogelijk worden en een lange (slaap)cabine scheelde natuurlijk ook kostbare laadlengte. Wat dit laatste betreft zou een vrachtwagen zonder cabine de beste oplossing zijn. Maar in die tijd waren autonoom rijdende vrachtwagens nog verre toekomstmuziek, dus de chauffeur moest toch nog een plaats(je) vinden. De chauffeur moest genoegen nemen met een korte dagcabine en hij moest slapen in een zogenaamde topsleeper, die op het dak van de cabine was gemonteerd. Veel chauffeurs gruwelden al bij de gedachte, maar het werd toch realiteit voor velen van hen. Sommige transportondernemers maakten het nog bonter door de al korte dagcabines nog korter te maken. Bij bijvoorbeeld een MAN met Ünterfloor motor was het mogelijk de cabine tot achter de portier in te korten wat een cabinelengte van 1,33 meter gaf. Ook verschenen er door carrosseriebouwers op maat gemaakte vrachtwagens waarbij de laadlengte zo lang als mogelijk was. Hieronder enkele voorbeelden.
Ook verschenen er, soms avontuurlijke, kortkoppelsystemen tussen verachtwagen en aanhanger maar uiteindelijk bleek de zogenaamde “wipkar”, een aanhanger met middenassen het meest efficiënt.
Of ik mijn Scania grootvolumecombinatie naar Harry Vos voorbeeld voor of na het EG verbod heb gebouwd weet ik niet meer. Maar het model geeft het tijdsbeeld wel mooi weer.
Voor dit model ben ik uitgegaan van Herpa’s Scania R143 Streamline cabine die ik heb ingekort tot dagcabine en het hoge dak moest wijken voor een topsleeper, uit resin gegoten door Super-D. Het chassis is eigenlijk van een Mercedes-Benz NG maar is voorzien van Scania typische onderdelen en wielen met laag-profiel banden. Dit alles is gedaan om, evenals het voorbeeld, de chassishoogte zo laag mogelijk te houden. Op het chassis van de Scania en de aanhanger vonden volumelaadbakken van Herpa plaats. Nadat het model in de opvallende Harry Vos kleuren was gelakt zijn er decals van DMC op gekomen.
Wat er ooit van de Duitse firma, en Nedlloyd partner, Unitrans is geworden weet ik niet. Wel dat er veel modelauto’s naar voorbeelden van deze firma zijn gemaakt. Waarschijnlijk omdat Unitrans vrachtwagens in gebroken wit waren gespoten en er een opvallend oranje vlinder op stond, zal er wel aan het aantal modelauto’s hebben bijgedragen.
Mijn Unitrans model is geen seriemodel, maar door mijzelf samengesteld uit een Mercedes-Benz SK trekker en huifoplegger van AWM. Het model is alleen uit elkaar geweest om te lakken en daarna weer zonder verdere veranderingen in elkaar gezet. Enige aanpassing is het inkorten van de steunpoten van de oplegger geweest. Als laatste zijn er decals op gekomen waarbij goed te zien is, dat de kwaliteit te wensen over liet. Vooral in de tekst “Die Sorgenfreie Frachtgutreise” is goed te zien dat de decal meermaals gebroken is.
Soms is het gewoon leuk eens te experimenteren met kleuren. Op een gegeven moment vond ik verf in een messing kleur en daarmee heb ik dit model gelakt. Het model, naar voorbeeld van een MAN F90 19.422, is door mij samengesteld uit een Herpa chassis en een AWM cabine. Dit paste toentertijd precies op elkaar. Het voordeel van de AWM cabine was dat de ruiten in het hoge dak uitgenomen konden worden wat afplakken niet noodzakelijk maakte. Bij Herpa koos men echter bij eenzelfde model voor een zogenaamd opzetdak wat perfect op een lage cabine paste. Daarbij koos Herpa voor twee-kanaal spuitgietwerk waarbij de zwarte ruiten en de het dak, in welke kleur dan ook, uit één enkele spuitgietmal ontstond. Nadeel is, dat het zwarte deel dan vast in het dak zit. Voor de “niet” ombouwer geen probleem, maar ombouwers waren bij het lakken van het model aangewezen op precies afplakken. Decal-aanbieders sprongen daar gelijk op in met zwarte vlakken van de juiste grootte die na het lakken van het model er op geplakt konden worden. In mijn geval niet nodig daar ik een AWM cabine gebruikt heb.
Een noviteit van AWM in 1996 was de wissellaadbak met roldeuren aan de achterkant. Hier ziet u een van de eerste seriemodellen met deze wissellaadbakken. De wissellaadbakken zijn in de kleuren van Deutsche Post AG en hadden beide een ander parknummer. AWM had beide wissellaadbakken geladen op een rode en verder neutraal gehouden Volvo FH12 met daarachter een passende aanhanger. Natuurlijk heb ik het model gedemonteerd en wat extra details aangebracht.
Vooral binnen de Duitse verhuiswereld was carrosseriebouwer Ackermann een begrip. In de jaren ’50 en ’60 had Ackermann één ontwerp van verhuiswagen wat men kon toepassen op vrachtwagenchassis van verschillende fabrikanten. Meestal was de keuze van chassis gemaakt door de koper van de verhuiswagen waarna Ackermann de carrosserie er op bouwde. Eigenlijk week alleen het front per vrachtautomerk af. Alleen wanneer de klant koos voor een Büssing chassis waren de aanpassingen wat groter en moest het standaardontwerp aangepast worden. Bij de Büssing Lü5 stond de vooras wat verder naar achter dan bij de medeaanbieders van vrachtautochassis.
Brekina maakte al een tijdje Ackermann meubelwagens in de varianten Mercedes-Benz en M.A.N. In 1996 kwam daar de variant op Büssing chassis bij. Brekina moest hiervoor een heel nieuwe spuitgietmal ontwikkelen waar men voor het maken van de Mercedes-Benz en M.A.N nog op verschillende vormen van het carrosseriefront kon terugvallen. De rest van de spuitgietvorm was hetzelfde. Wanneer er een aanhanger achter zo’n Ackermann verhuiswagen hangt is dat in de regel bij Brekina ook altijd dezelfde.
In mijn verzameling is deze prachtige Schenkerversie uit de Brekina serie opgenomen.
De firma Kroeze uit het Overijsselse Enter heeft eigenlijk maar kort bestaan. Het is in 1976 opgericht en door de jaren heen flink geëxpandeerd. Toen het in 1993 werd overgenomen door het Britse BOC Distribution Services bezat Kroeze 70 vrachtautocombinaties en 130 personeelsleden. Kroeze was vooral gespecialiseerd in het transport van gekoelde- en bevroren producten en hangend vlees. Men reed met Scania’s, DAF’s en Volvo’s.
Daar ik een decalset van DMC gekocht had, kon ik dit model bouwen. Mijn keuze was geen concreet voorbeeld, al wist ik wel dat er bij Kroeze met DAF’s van het type 95 gereden werd. Maar of het toenmalige topmodel bij DAF, de 95-500 Super Spacecab ook bij Kroeze heeft gereden is mij niet bekend. Het hierboven afgebeelde model is samengesteld uit Herpa delen, in de juiste kleuren gelakt en voorzien van decals van DMC.
Deze MAN F2000 uit het AWM assortiment ziet er voor Duitse begrippen wat vreemd uit, maar zal best een voorbeeld hebben gehad. De combinatie van een twee-as voorwagen met een drie-as aanhanger komt in de regel in het wisselbakkenvervoer niet vaak voor. De meerderheid van de, veelal Duitse, transporteurs kiest voor een drie-as voorwagen en een twee-as aanhanger. Op deze wijze kunnen namelijk wissellaadbakken met een gelijk gewicht vervoerd worden. Maar goed, Heinz Wörner zal wel een reden voor deze combinatie hebben gehad.
Het viel mij gelijk bij aankoop van dit model op, dat AWM de MAN F2000 niet goed in model had omgezet. Het voorbeeld, de MAN F2000 was in feite een facelift van de MAN F90 en was vooral technisch flink aangepast. Aan de buitenkant was de F2000 vooral te herkennen aan de gladdere voorbumper met dubbele koplampen achter een glasplaat en de rondere spatborden. Een nieuwe bumper heeft AWM dan wel voor het model gemaakt, maar de spatborden waren gewoon die van de MAN F90. Hieronder ziet u een voorbeeldfoto van een MAN F2000 waarbij u de ronde spatborden, die het AWM model moeten ontberen, goed kunt herkennen.
Herpa deed het wel goed met de MAN F2000 wat onderstaande foto bewijst.
De firma Heinz Wörner bestaat nog steeds, al is het uiterlijk van de vrachtwagens wel drastisch gewijzigd. Op de website onder de kop Gallerie (http://www.and-it-works.com/gallerie) zijn nog oudere vrachtwagens te zien, waaronder ook MAN’s gelijkend het AWM model.
Dit waren de eerste 7 modelauto’s uit de Bak Zonder Nummer. Binnenkort kunt u over de volgende 7 lezen.