Bennie’s verzamelbakken deel 9

Het zal in de eerste helft van de jaren ’90 zijn geweest dat deze verzamelbak gevuld werd. Het was de tijd dat ik veel modelauto’s kocht en ook veel verbouwde. De productie, want zo mocht het soms wel genoemd worden, bereikte soms meerdere modelauto’s per week. Vaak werden modelauto’s naar voorbeeld, maar ook zonder bestaand voorbeeld, gebouwd. De gebouwde modellen verdwenen daarna, deels gemonteerd, in doosjes om daarna “en masse” gespoten te worden. Daarna werden ze stuk voor stuk verder afgewerkt, in elkaar gezet en van decals en andere accessoires voorzien.

In die tijd bestonden winkeliers als Katja’s Truck Design uit het Duitse Büttgen en Modelbouw Luthart uit Venlo nog. Zij hadden altijd interessante modelauto’s, decals en andere benodigdheden op voorraad en werden dan ook regelmatig door mij bezocht. En met regelmatig bedoel ik dan soms wel  eens in de twee maanden! Wat een tijd!

Tegenwoordig ziet het er anders uit. Huisje, boompje, beestje (lees: gezin) en natuurlijk de HO-Modelauto Berichten waar ik menig uurtje in steek. Ik bouw nu nog maar zo’n 3 à 4 modelauto’s per jaar en verzamel er misschien een stuk of twintig.

In deze rubriek neem ik u mee terug naar mijn “wilde” modelauto-jaren. Gaat u mee?

Zoals ik al in de inleiding schreef, is deze verzamelbak in de eerste helft van de jaren ’90 gevuld. Het was de tijd van onder andere de Scania 143, de Volvo F12 en de Mercedes-Benz SK. De Volvo FH was net geïntroduceerd en de Scania Streamline werd vanwege de grote kunststofdelen door de Scania-fans met enige scepsis ontvangen. Maar in mijn verzameling kwamen natuurlijk ook youngtimers, zoals die in mijn jeugdjaren rond reden, voor.

Katja’s Truck Design (KTD) was een klein winkeltje gevestigd in de garage van Heinz en Käthe Hüsgen. Maar KTD was tot grote dingen in 1:87 in staat. Men liet in samenwerking met DMC Decals decals bedrukken met logo’s van firma’s uit de omgeving van Krefeld en Keulen. Denk daarbij aan de decals met Freund-opschriften. Maar KTD was ook verkoper van resin-onderdelen van Super-D. Denk daarbij aan een groot assortiment dieseltanks, gereedschapskisten en hele opleggers.


Het eerste model uit deze verzamelbak is voorzien van decals uit het KTD-assortiment. Voorbeeld voor deze decals stond T-S-L Spedition uit Dormagen (D). Of deze firma nog bestaat? Ingetypt in Google komen naam en adresgegevens wel naar voren, maar T-S-L heeft geen website.

Ik heb dit model gebouwd, waarschijnlijk aan de hand van een foto die bij de decalset meeverpakt was. Het is een Mercedes-Benz SK met Spitzer silo-oplegger geworden. Het model is in de juiste kleuren gelakt, waarschijnlijk met verf uit het assortiment van KTD wat men zelf afvulde in kleine glazen potjes. Trekker en oplegger stammen beide van Herpa.

De firma Kim Johansen bestaat nog steeds, al is het uiterlijk van de huidige vrachtwagens van deze Deense firma niet zo aantrekkelijk meer. Tegenwoordig zijn ze gewoon wit met zwarte opschriften en vele rijden onder Pools kenteken.


In de jaren ’80 en ’90 spraken de vrachtwagens van Kim Johansen meer tot de verbeelding. Gelakt in wit met blauw en een rood chassis vielen deze vrachtwagens ook in de smaak bij modelbouwers. Vooral toen DMC meerdere decals-sets naar Kim Johansen voorbeeld uitbracht. Kim Johansen was een van de vaste transporteurs voor Samson Transport Co. en deze opschriften stonden dan ook vaak op de huiven en laadbakken van de vrachtwagens.

Dit model, een MAN F90 huifbakcombinatie, heb ik gebouwd uit verschillende Herpa onderdelen. Om de aanhanger minder “Duits” aan te laten doen, heb ik de originele spatschermen verwijderd en spatborden over de wielen gemaakt. Natuurlijk had zo’n stoere Deense combinatie op alle achterassen dubbellucht. De grote dieseltanks komen uit het assortiment van Super-D.

Het was de tijd van grote veranderingen in de transportwereld. Het ijzeren gordijn was gevallen en westerse transporteurs gingen hun geluk in Oost-Europa zoeken. Maar ook de lengten van vrachtwagens werden wat verruimd. Zo mocht een oplegger 13,6 meter lang zijn, waar voorheen 12 meter de maximale maat was.

Ook modelautofabrikanten gingen daar in mee en zo verschenen er van Herpa, AMW (nog geen AWM, want BMW had toen nog geen bezwaar aangetekend), Albedo en Wiking opleggers die in HO met 13,6 meter lengte overeen kwamen.

Albedo deed er nog een schepje boven op door als een van de eerste met volumeopleggers te komen.

In het transport van auto-onderdelen van toeleveranciers naar autofabrikanten is een standaardisatie ontstaan. Er is een krat ontwikkeld met een hoogte van 1 meter. Om zoveel mogelijk kratten in een oplegger mee te nemen is drie hoog stapelen het meest efficiënt. Daarvoor is een oplegger met een binnenhoogte van drie meter noodzakelijk. Om binnen de vier meter hoogte te blijven moet de hoogte van de koppelschotel van de trekker onder de één meter blijven. Vrachtautofabrikanten vonden een oplossing in de zogenaamde Low-deck trekkers met een kleine wieldiameter en een laag op het chassis gemonteerde koppelschotel. Toen een novum, tegenwoordig heel normaal.


Albedo koos voor een model naar voorbeeld van bandenfabrikant Continental wat gebruikt wordt voor de toelevering van autobanden aan de auto-industrie. Eigenlijk is alleen de oplegger een Albedo product. De MAN F2000 trekker betrokken de gebroeders Forkel (Albedo) van Herpa.


Brekina was in die tijd, net zoals tegenwoordig, een zeer actieve modelautofabrikant. Toentertijd was het voor Brekina, als modelautofabrikant met het accent op voorbeelden uit de jaren ’50, ’60 en ’70, nog eenvoudig om voorbeelden te kiezen. Brekina koos in die tijd voor frontstuurvrachtwagens uit de jaren ’60 nadat ze daarvoor vele “neusmodellen” hadden uitgebracht. De keuze viel op de Magirus-Deutz Pluto, gebouwd vanaf 1960. Dit was de zwaardere variant van de Saturn, die al sinds 1957 werd gebouwd. De Pluto bezat een luchtgekoelde V8-dieselmotor met 200 pk. De Pluto was ten opzichte van de Saturn herkenbaar aan de meer uitstaande spatborden.


(illustratie:
Wittenstein)

Dat Magirus voor planeten als typenamen koos, had er mee te maken dat al deze vrachtwagens waren uitgerust met naafreductie in de aandrijflijn. In het Duits wordt naafreductie een ‘Planetengetriebe’ genoemd, vanwege de meerdere tandwielen die rond een centraal tandwiel draaien. Magirus-Deutz zag de Pluto als een echte Fernverkehrswagen.

Eigenlijk was alleen de cabine van de Magirus-Deutz Pluto een nieuwe Brekina-ontwikkeling. Voor chassis en laadbak viel men terug op al bestaande onderdelen.

Mijn visie was, dat ik van elke uitgekomen vrachtwagen minimaal één model wilde hebben en zo is ook deze Magirus-Deutz Pluto aan mijn verzameling toegevoegd.


Gewoon omdat ik deze mooi vond, staat deze Mercedes-Benz SK drankencombinatie in mijn verzameling. Dit Herpa-model is erg mooi bedrukt en door mij met wat likjes verf van wat extra details voorzien.

Rhön Sprudel is een mineraalwater wat wordt gewonnen uit bronnen in de omgeving van Ebersburg-Weyhers, een provinciestandje nabij het midden Duitse Fulda.


Decals van de Zwitsere-Belgische transportonderneming Galliker bevonden zich in het assortiment van DMC. En zo’n DMC decalset was de basis voor deze Volvo F12 Globetrotter met schuifzeilenoplegger. Het model is geheel samengesteld uit Albedo-delen.

Herpa had toen alleen de Volvo F12 van de eerste en tweede generatie, nog steeds gebaseerd op een van de eerste Herpa-modellen.

De Volvo F12 van de derde generatie van Albedo was een hele verbetering. De uitvoering was stukken beter, er was een gedetailleerd chassis en een kantelcabine die ook nog eens kantelde als het voorbeeld. De bumper en ondergrille bleven op zijn plaats, iets wat de meeste Herpa-modellen niet hadden. De Volvo F12 van Albedo werd overigens gemaakt bij AMW in Selb……

Ook had Herpa nog geen schuifzeilenoplegger, dus daar was de hobbyist ook aangewezen op opleggers van Albedo, en kort daarna van AMW en Roco. Pas daarna kwam de Herpa-variant.

Ik heb het model gelakt in de juiste kleuren van Galliker, die ik vond in het assortiment van KTD en daarna heb ik nog vele details aangebracht.


In 1993 verscheen de 2e oplage van de Fiat Ducato, een bestelwagen die in samenwerking met het PSA-concern werd (en nog steeds wordt) gebouwd. De PSA-broertjes van de Ducato heten Peugeot Boxer en Citroën Jumper. Technisch waren alle vrijwel gelijk en de bestelbussen waren er in verschillende afmetingen, als pick-up en enorm populair als basis voor campers. De standaard bestelbussen werden vooral bij koeriers en postbezorgers enorm populair.

De voorganger van deze Fiat Ducato II, de Ducato I was door Praliné al in 1:87 omgezet. De 1:87-modelauto’s van Praliné kwamen begin jaren ’90 via Revell bij Busch terecht. Sommige Praliné modellen verschenen direct na de overname in het Busch programma. Andere later na de nodige verbeteringen aan het model.

De Ducato II is door Busch zelf ontwikkeld en verscheen vrijwel gelijktijdig met het voorbeeld. Van het model zijn ook Citroën en Peugeot varianten verschenen en daarvoor hoefde Busch alleen de rand onder de koplampen anders te bedrukken en een ander logo op de achterdeur te drukken.

Zoals ik al eerder schreef, kocht ik in die tijd veel modelauto’s en wilde van ieder nieuw uitgekomen model er een in mijn verzameling hebben. En zo is deze Fiat Ducato in TNT-outfit in mijn verzameling gekomen. Het model is na aankoop door mij uit elkaar gehaald en voorzien van enkele likjes verf om details meer te accentueren.   

Dit was het eerste deel betreffende deze verzamelbak. In de volgende bijdrage zal ik de volgende 6 modelauto’s aan u tonen en toelichten.

Naar deel 10

Terug naar deel 8

Laat een antwoord achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.